Inleiding

Ik ben Albert Koning, geboren in 1942 in Schijndel in de Brabantse Meierij in een gezin met zes kinderen. Mijn vader was uit Volendam naar het Zuiden gemigreerd om daar te trouwen. Hij kreeg daar bovendien een vaste baan als onderwijzer. Mijn moeder werd in Duitsland geboren, maar heeft vrijwel haar hele leven in Schijndel gewoond. Nadat ik in Veghel de HBS-B had afgesloten heb ik in Nijmegen medicijnen gestudeerd. In 1969 kreeg ik daar mijn artsdiploma. Ik was in die tijd tijdens een stage in Bukumbi, Tanzania erg enthousiast geworden voor werkzaamheden in een ontwikkelingsland. Daarom heb ik na mijn afstuderen -opnieuw in Veghel- een wisselassistentschap interne geneeskunde, chirurgie en verloskunde vervuld als voorbereiding op toekomstig werk in de tropen. In die tijd ben ik getrouwd met Margriet Appels en werd onze oudste zoon Edwin geboren.

Van 1971 tot 1973 werkte ik op een eenmanspost in het St. Michaels Hospital, een klein ziekenhuis met zo'n vijftig bedden in Pramso (Ghana). Daar kreeg ik gelegenheid de geneeskunde in zijn volledige omvang te beoefenen, iets, wat in Nederland al lang niet meer mogelijk is. Een periode, waar ik nog steeds met veel genoegen op terugkijk.

Na terugkeer in Nederland heb ik met mijn gezin enkele maanden in Boxtel gewoond, wachtend op een opleidingsplaats voor een medische specialisatie. Daarna verhuisden we naar Hilvarenbeek.

In september 1973 begon ik in Tilburg een opleiding kindergeneeskunde, die ik vier jaar later met een inschrijving in het specialistenregister afsloot. In die tijd werden onze beide andere kinderen geboren, Ivo en Mariëlle.

Daarna werkte ik als wetenschappelijk hoofdmedewerker op het Instituut voor Geschiedenis der Geneeskunde in Nijmegen. Daarbij kon ik de hobby, die ik tijdens mijn studietijd had beoefend op een plezierige manier met mijn werk combineren. In die tijd heb ik veel studenten bij hun wetenschappelijke stage kunnen begeleiden.

Op 1 januari 1983 vertrok ik naar Friesland, waar ik Provinciaal Arts voor de Jeugdgezondheidszorg werd, een functie gericht op de organisatie van de zuigelingen- en kleuterzorg op de consultatiebureaus. Mijn gezin volgde anderhalf jaar later, omdat we ons huis in Nijmegen niet eerder konden verkopen.

Omstreeks 1990 vond overal in den lande vorming van regionale kruiswerkinstellingen plaats en werd ook in Friesland de provinciale koepelorganisatie (en daarmee ook mijn functie) opgeheven. Vrij snel daarna vertrokken we naar Eindhoven, waar ik directeur zorgverlening van Kruisvereniging Eindhoven werd. Daar leidde een fusie van Kruiswerk en Gezinszorg in 1994 tot afslanking van de daardoor te zwaar geworden organisatietop, resulterend in mijn vertrek.

In die tijd heb ik met het oog op een mogelijk nieuwe werkkring een tweede geneeskundige specialisatie afgerond en werd ik in 1995 als arts algemene gezondheidszorg in het sociaal-geneeskundigen specialisatieregister ingeschreven. In de periode van teruglopend economisch getij diende zich echter zelfs met twee geneeskundige specialisaties geen nieuwe werkkring meer aan, waardoor ik mij in tweede instantie kon wijden aan de beoefening van mijn vele hobby's.

De resultaten daarvan zul je in de toekomst terugvinden op de verschillende websites, die gebaseerd zijn op de uitwerking van eerdere activiteiten in relatie tot geschiedenis en kunstgeschiedenis, anthropologie en geneeskunde.

Top